De herinnering van Malu
Mijn Opa Piet deelde op een dag een stukje van verhalen die hij geschreven heeft met mij. Hij las het voor. Ik heb hier dierbare herinneringen aan omdat ik ineens iets van zijn vroegere leven voor mij zag. Hoe hij als jonge jongen op een boerderij woonde. En hoe hij zijn eigen vader beschreef. Dit is wat hij voorlas:
Daar loopt hij, mijn vader, met zijn rug naar mij toegekeerd, licht gebogen, zijn pet wat naar achter, kijkend, alsof hij zijn omgeving voor het eerst in zich opneemt. Hij maakte er altijd deel van uit. Zo liep hij daar losgeraakt van zichzelf, in een diepe mijmering. Zijn hele houding leek ineens niet meer te zijn wie hij altijd was, hij kon niet meer staan voor zijn leven, zijn grond. Zijn vrouw, zijn dochters en zonen, zijn kleinkinderen, verzachtten de trekken in zijn verweerde kop, voor eventjes. Hij wist het wel, een boer zonder land is wel mens: geen boer. Hij wilde geen mens worden, hij wilde boer zijn, zoals hij dat altijd geweest was en zou blijven, zelfs zonder land.
Zijn hele leven bestond er in om zijn land, zijn vrouw, zijn kinderen, zijn dieren, zijn gewassen, zijn buren in de tijd te brengen. Wat daarbuiten gebeurde? De oorlog produceerde onderduikers, Engelsen en Canadezen, die hij liet verdwijnen in de onzichtbaarheid van zijn boerenhoeve. De oorlog produceerde ook jonge mannen, Duitse soldaten met ontheemde, angstige, ingevallen gezichten, kapot gelopen schoenen, gestuurd, zo wist hij, weg van hun thuis. Hen liet hij delen in melk en brood. Hij kende in die bleke soldatengezichten vaders van kinderen en wist van geen oorlog.
Piet
Deze herinnering heb ik van mijn Opa Piet gekregen. De herinnering aan zijn vader. En deze herinnering is nu ook mijn herinnering aan mijn opa piet en aan mijn overgroot opa. Hij heette Joan.
Malu (18 jaar)